Koningskrant
Soms, opeens, valt alles samen.
Momenten waarop dingen gaan.
Zoals ze dan gaan, zoals ze gingen.
Dingen die ik besef, een stilstaan.
Bij veel, bij alles wat ik doe, deel.
Jaren geleden kwam de vraag.
Gelezen op mijn lijst voor leuk.
Een Koningskrabbel in de krant.
Op de achterkant, plek voor mij.
Dichterbij, doen, doorgestreept.
Het opschrijven, willen blijven.
En nooit meer weg, wat ik ook zeg.
Opeens is een plaats dan mijn plek.
Gek genoeg ben en blijf ik er trots op.
Stop ik ook niet, met dankbaar zijn.
De plek waar ik ben, iedereen ken.
Kind-van herken en zij elkaar.
Op loopafstand van onze ouders.
Mijn schouders ophalen, vertalen.
Langs de lijn en daarna, iets met wijn.
Onze kinderen in het voorbijlopen zien.
Jeugdsentiment, in alles, on-ge-kend.
Met elkaar, zijn, al is het maar even.
In de toevalligheden van het leven.